Ansellia africana "Big"

• Deze plant groeit en bloeit gemakkelijk in de huiskamer.
• Deze plant vereist huiskamertemperatuur.
• Deze plant vereist weinig aandacht.

• Deze plant is net geïmporteerd en moet nog gaan groeien.
• Let op! Planten en Orchideeën zijn levende organismen die een goede verzorging nodig hebben.

Ansellia africana werdt ontdekt op het eiland Bioko (Fernando Po) in West-Afrika. Inmiddels is deze extreem vluchtige orchidee wijdverspreid in tropisch Afrika. Men komt ze tegen in het noorden van Angola, Nigeria, Kenia, Oeganda, Tanzania, Zambia, Malawi, Soedan en het noorden van Botswana en Namibië. Durban is de meest zuidelijke plaats waar ze werden aangetroffen. Hoewel deze planten in verschillende natuurlijke habitats groeien, zijn het meestal open en bosrijke gebieden.

Ansellia africana wordt ook wel de Leopard Orchid (luipaard orchidee) genoemd. De soort is beschreven door John Lindley in 1844.

Het is een zeer variabele en robuuste soort, met verschillende groottes en bloemkleuren. De plant kan een hoogte van 50-120 cm bereiken. De rietachtige sprieten van bladeren worden 15 tot 50 cm lang.

Deze Ansellia bloeit in de late lente en zomer. De plant krijgt een tot 85 cm lange pluim die 10 tot 100 geurige bloemen draagt. De bloemen hebben een muskusachtige geur. Ze zijn zeer variabel van kleur, maar hebben meestal een gele of groenachtige achtergrond met bruine vlekken of stippen. Deze markeringen kunnen van verschillende grootte zijn, en in sommige bloemen kan bijna de hele bloem bedekt zijn. Er zijn ook bloemen die juist deze markeringen niet hebben en puur geel of geelgroen zijn.

In de natuur waar deze planten oorspronkelijk groeien is de situatie anders dan in de huiskamer. In de bossen komt het voor dat planten in de volle zon staan, terwijl ze bij ons dan zouden verbranden. Daarom is het lastig om een exacte temperatuur, watergifte en lichtniveau te beschrijven. Dit is in iedere situatie een beetje anders. Staat de plant in een geïsoleerd huis of in een kas, hoe is de luchtbeweging, dit zijn allemaal factoren die meespelen.

In hun natuurlijke omgeving krijgen deze planten niet zoveel water, de regenval is er matig met een iets drogere periode in de winter. In de kweek mogen de planten wel vaak water krijgen, maar het moet goed kunnen weglopen. Het substraat mag niet wordt aangetast of drassig worden.

De Ansellia heeft het grootste deel van het jaar een luchtvochtigheid van 70-75% nodig, die mag dalen tot 65% voor 2 á 3 wintermaanden.

Ansellia africana heeft een lichtniveau nodig van 5000-40000 lux. Het lichtniveau moet worden opgebouwd. Om te bloeien hebben de planten veel helder licht nodig, maar het moet worden verspreid en de planten moeten worden beschermd tegen de felle middagzon. Er moet altijd voor een sterke luchtbeweging worden gezorgd.

Het is een thermofiele plant, maar deze heeft tijdens rustperiodes koele nachten nodig. In de zomer is de gemiddelde dagtemperatuur 21.5-27.5 ° C. Deze koelt af in de nacht tot 18-19 ° C. Geeft de plant een dagelijks verschil van ongeveer 7 ° C. De gemiddelde wintertemperatuur is 21 ° C overdag en 11-17.5 ° C' s nachts. Een dagelijks verschil van 10 à 11 ° C in de winter.

Ansellia africana groeit beter wanneer het in een relatief grote pot wordt geplaatst, met een goede afvoer. Een los en drainerend substraat is nodig om het overtollige water snel af te kunnen voeren. Ook na het besproeien moet de ondergrond vrij snel opdrogen. Perliet of mos kan worden toegevoegd aan een schorssubstraat, om wat meer vocht vast te houden zonder de doorlaatbaarheid te verslechteren. De toevoeging van houtskool helpt de doorlaatbaarheid te waarborgen.

De planten moeten onmiddellijk worden verpot wanneer het substraat begint te ontbinden of wanneer de plant uit de pot groeit. Als het verpotten plaatsvindt op het moment dat er nieuwe wortels beginnen te verschijnen, wordt de plant het makkelijkste geaccepteerd.

Tijdens de actieve groei moet de plant wekelijks met kunstmest voor orchideeën worden bemest.

Rustperiode:

Ansellia africana moet tijdens de rustperiode zo goed als droog worden gehouden om de bloei op te wekken. De hoeveelheid water dat er gegeven wordt moet langzaam afnemen richting de winterperiode. De planten kunnen goed drogen tussen de gietbeurten, maar ze kunnen niet lang volledig droog blijven. Dit kan door af en toe besproeien in de vroege ochtend, met een zeldzame gietbeurt tussendoor. De planten moeten beschermt worden tegen overmatig drogen en tegelijkertijd de nodige droge rustperiode hebben. Bemesting moet worden verminderd of geëlimineerd totdat er nieuwe groei verschijnt.