Paphiopedilum sanderianum "XXL Big"

Paphiopedilum sanderianum staat bekend om zijn ongelooflijke lange bloemblaadjes. Ze zijn in het begin trage groeiers, maar zodra ze opgroeien, groeien ze goed.

Sander's Paphiopedilum komt oorspronkelijk uit Borneo. Planten komen voor in het noorden van Sarawak nabij de grens met Brunei, op een hoogte van 150 - 600 m. Ze groeien vaak op verticale, naar het zuiden gerichte kalkstenen kliffen. Op schaduwrijke plaatsen, waar ze alleen wat verstrooid ochtendlicht krijgen. Paphiopedilum sanderianum groeit meestal op rotsen met hun wortels ingebed in mos en bladafval. Soms groeien ze in de splitsing van bomen, en hun wortels dompelen zich onder in opgehoopt mos en gevallen bladeren.

Deze Paphiopedilum-soort is een middelgrote plant met glanzende groene bladeren. De bladeren zijn 45cm lang en 5cm breed. Ze zijn gebogen of hangend. De onderkant van het blad heeft paarse vlekken aan de basis.

Deze orchidee bloeit in de lente tot in de winter en heeft een lang lancetvormig roodbruin schutblad dat 2 tot 5 bloemen draagt.

De bloemen zijn ongeveer 7 cm lang, afgezien van de uitzonderlijk lange bloembladen van de binnenste krans, die meestal ongeveer 60 cm lang zijn. Het rechtopstaande bloemblad is bleek groenachtig geel met een paarse rand en heeft ongeveer 10 bruin-paarse strepen. Het is bedekt met haren, vooral aan de bobbel en aan de punt. Het onderste bloemblad is qua kleur gelijk en is ook bedekt met haartjes, maar heeft smallere langsstrepen. De dicht behaarde bloembladen van de binnenste krans zijn bleek geelachtig groen met onregelmatige bruin-paarse stippen en vlekken nabij de basis, en worden helemaal paars naar de top toe. De geelgroene lip heeft paarse strepen. De basis van de pollenkamer is geel en dicht bedekt met zachte, dunne haartjes.

Dit is een thermofiele plant en leeft dus in een hoge temperatuur. De gemiddelde dagtemperatuur is 28-29 ° C gedurende het hele jaar en de gemiddelde nachttemperatuur is 21-22 ° C. De plant heeft een hoge luchtvochtigheid nodig en een constante luchtbeweging. Licht moet gefilterd of verspreid en sterk zijn.

Het substraat moet los, doorlatend zijn, dat vocht vasthoudt, maar niet absorbeert. De toevoeging van gehakt veenmos heeft de voorkeur, vooral wanneer de planten worden gekweekt op plaatsen met een lage luchtvochtigheid. Het zijn grote planten en na een paar jaar veel groeien.
Het is noodzakelijk om de ophoping van minerale zouten in de pot te voorkomen, dus het is verstandig om het substraat regelmatig te spoelen.

Deze planten mogen overvloedig water krijgen. Het substaat moet constant vochtig zijn en tussendoor slecht lichtjes opdrogen.

Planten moeten wekelijks of om de twee weken worden bemest met een klein beetje kunstmest voor orchideeën. Het beste is om te wisselen tussen meststof met een hoog gehalte in stikstof en meststof met een hoge hoeveelheid fosfor.

Deze planten hebben geen rustperiode nodig, maar water geven in de winter kan enigszins worden verminderd, vooral in het geval van planten die worden gekweekt in donkere omstandigheden van een korte dag in de winter.

Vanwege de noodzaak om een ​​constant vochtig substraat te behouden, moeten ze in het algemeen elk jaar worden ververst, vooral als er veel mos toegevoegd is. Planten kunnen worden verpot op verschillende tijdstippen van het jaar, maar het beste kunt u doen in de herfst of de winter.