Sommige Cattleya’s schuiven zichzelf niet naar voren, ze nodigen u uit om beter te kijken. Cattleya nobilior var. amaliae opent vlak en ruim, met licht-roze tot zacht lila bloemblaadjes die in helder daglicht een opvallende diepte krijgen. In de lip gloeit een geelgroene, citroenachtige keel met fijn paars-lila aderverloop. De geur is duidelijk aanwezig zonder te overheersen. Meestal verschijnen één tot enkele grote bloemen per steel. Het geheel oogt kalm en evenwichtig, precies het soort uitstraling dat u in de collectie graag terugziet.
Oorsprong
Cattleya nobilior* komt uit het binnenland van Brazilië, waar licht, lucht en uitgesproken seizoenen het ritme bepalen. De soort groeit zowel op takken als op rotsplaten en is daardoor gewend aan snelle afwatering en constante ventilatie. Een bijzonder kenmerk van nobilior is de rhizanthous bloei: de bloeisteel komt niet uit de top van de pseudobulb, maar recht uit het rizoom tussen de scheuten. Bij amaliae blijft het klassieke silhouet behouden, met de zachtere kleurtoon die haar naam gemaakt heeft.
Kenmerken
De bloemen zijn groot, vaak 12–15 cm, en tonen in goed licht een levendige, maar ingetogen combinatie van zacht lila met de kenmerkende geelgroene keel in de lip. De plant blijft compact, meestal met bifoliate pseudobulben en stevige bladeren. In cultuur waardeert ze veel licht, lucht en een teeltwijze waarbij wortels regelmatig kunnen opdrogen zonder uit te drogen.
Verzorging
Licht
Deze Cattleya houdt van veel helder licht. Ochtendzon en late middagzon zijn ideaal. In de felle middagzon is een lichte filtering prettig. Te weinig licht vertaalt zich al snel in een aarzelende of uitblijvende bloei.
Temperatuur
Gematigd tot warm is het prettigst. Overdag voelt de plant zich goed bij 18–30 °C, ’s nachts mag het een paar graden koeler. Een merkbaar verschil tussen dag en nacht ondersteunt de knopaanzet.
Substraat
Kies voor luchtig en snel drainerend. Grove schors met wat houtskool werkt uitstekend. Oppotten doet u liever iets krapper, zodat het mengsel voorspelbaar opdroogt en de wortels voldoende zuurstof krijgen. Monteren op kurk kan ook, mits u het waterregime daarop aanpast.
Luchtvochtigheid
Streef naar 60–75% met goede ventilatie. Kort nevelen mag bij drogere lucht, maar laat blad en groeipunt telkens vlot opdrogen. Een zacht bewegende luchtstroom voorkomt stilstand en houdt de plant vitaal.
Voeding
Tijdens de actieve groei waardeert amaliae regelmatige, lichte voeding. Een verdunde orchideeënmest eens per één tot twee weken is ruim voldoende. Wanneer de scheuten afrijpen, kan de frequentie omlaag.
Water geven
Gebruik gedemineraliseerd water of schoon regenwater. In het groeiseizoen geeft u regelmatig water en laat u het substraat tussendoor licht opdrogen. In de koelere of kortere dagen mag de plant merkbaar droger staan, zonder volledig uit te drogen. Op een montage droogt ze sneller; pas de frequentie daar op aan.
Bloei
Iets meer licht in de aanloop naar het seizoen helpt. Een stabiele standplaats zonder grote temperatuurschokken voorkomt knoppenval. Houd open bloemen uit felle middagzon en uit droge, warme luchtstromen, zodat kleur en vorm mooi behouden blijven.